In het voorjaar is de diep ‘hoe, hoe hoe’ roepende holenduif op veel plekken te horen. Ze broeden tot in september en soms nog later. Bij rustig en zacht weer zijn de eerste holenduiven alweer in januari te horen. Hierin is in de 21ste eeuw verandering gekomen. Thans zingen holenduiven jaarrond, weliswaar nog het meest in het voorjaar, maar ook tussen oktober en januari laat de holenduif zich niet onbetuigd. Zou dit te maken hebben met klimaatverandering?
Tot in de jaren 1970 was de holenduif voornamelijk een bosbewoner, vaak nestelend in oude zwarte spechtengaten. Hij heette vroeger ook ‘kleine boschduif’. Sommige holenduiven kozen een konijnenpijp als nestplaats. Tegenwoordig zitten de meeste holenduiven op boerenerven en andere gebouwen in het boerenland. Hier leggen ze hun eieren in allerlei holten en bijvoorbeeld onder golfplaten. Die aanpassing heeft ze geen windeieren gelegd. In Westerveld is de stand sinds 1970 verviervoudigd tot ruim 600 paren. Groepen duiven in het land zijn thans vaak holenduiven, terwijl dat vroeger steevast houtduiven waren.
0