Zelfs in de winter kun je de holenduif horen zingen, een herhaald monotoon en laag ‘hoe-oe’ met klemtoon op ‘hoe’. De meeste duiven brengen jongen groot in het voorjaar en de zomer, maar dat kan vroeger beginnen of langer doorgaan. Voorwaarde is dat er voldoende voedsel beschikbaar is zoals zaden, knoppen en groene blaadjes van kruiden. Het is vooral een vogel van het halfopen landschap met verspreide bebouwing. Ze nestelen vaak in holten in bomen en boerderijen. In Westerveld is de stand sinds de jaren 1970 ongeveer verdubbeld naar 650 paren. Voorheen zaten ze meer in bossen (ze heetten toen ‘kleine boschduif’), maar daar zijn ze vrijwel uit verdwenen. Op net geoogste graanakkers zie je vaak groepen van tientallen holenduiven.