maart 2018
Late start voorjaar?
De twee perioden met ijzige oostenwind heeft heel wat trekvogels weerhouden naar onze broedgronden te trekken. Er wel wat roodborsttapuiten, grote lijsters, zanglijsters, wulpen, tjitjaffen, veld- en boomleeuweriken, maar bij lange na niet de gebruikelijke aantallen voor half maart. Toch kun je je daar in vergissen want wordt het overdag plotseling wat warmer dan zijn de leeuweriken niet van lucht. Ze waren er wel, maar met de koude wind hielden ze zich gedeisd. De weinige Tjiftjaffen zingen nog nauwelijks maar verraden hun aanwezigheid door hun roep huuIETT. Anders is het met standvogels zoals spechten, mezen, boomklever, boomkruiper. In de vroege ochtend en onder gunstige omstandigheden zingen, roffelen of roepen ze volop, maar met de koude wind houden ze het niet lang vol. Er waren dagen dat we tientallen grote bonte spechten, boomklevers, geelgorzen kool- en pimpelmezen noteerden alsmede de nodige groene en kleine bonte spechten en glanskoppen, maar een dag later bleek de oogst aanzienlijk minder. Nog even geduld, de zomervogels komen geheid.
Vroege jongens
In februari-maart moet je je slag slaan met raven en roofvogels. Die zijn vroeg in het jaar actief, hoewel het soms nog maanden kan duren voor er eieren worden gelegd. Niet de raaf, die zat op 11 maart al te broeden op het Holtingerveld. Een tweede ravenpaar is bij Havelte met nestbouw begonnen, maar lijkt er ook weer mee gestopt. Rode wouwen zijn er ook vroeg bij en sinds ze vorig jaar in onze regio hebben gebroed houden we ze extra in de gaten. Tussen Meppel en Balkbrug en tussen Havelte en Doldersum zijn ze al weer gezien. Een andere vroege gast en tevens nieuweling in onze regio is de middelste bonte specht. Van half februari tot half maart hebben we veel geschikt lijkende bossen in onze regio meestal zonder succes afgestroopt. Ze lieten zich niet horen of zaten er niet (?) op twee na: in Havelte en in Frederiksoord.
Hoe meer zielen, hoe meer vreugd
Enkele jaren geleden moesten enkele van onze vaste tellers helaas afhaken. We konden de inventarisatie nog net bolwerken met z’n vijven. Hoe anders is het nu; de laatste jaren zijn er twee nieuwe tellers bijgekomen, Patrick Snoeken en Hans Krol, en dit jaar boden zich nogmaals twee nieuwe tellers aan, Norbert Kwint en Jurjen Annen. Ze moeten de fijne kneepjes van het vak soms nog wat leren of het gebied verkennen, maar enthousiasme is er alom en het inventariseren is zo minder ‘gekkenwerk’ geworden. Let maar op onze resultaten straks!