In het voorjaar is het een goed gebruik om alle vogelkasten schoon te maken. Dan is het in begin april bingo voor de meeste kasten want de pimpel- en koolmees zijn actief in de weer om nesten te bouwen. Zo’n veertien dagen later komen de bonte vliegenvangers terug uit Afrika. Ook de boomklevers zijn vaak de eerste vogels die hun kastje opzoeken. Dat brengt dus voldoende reuring in het bos.
Na het bouwen en eieren leggen, gaan de vogels broeden. Doordat het half april nat en koud was, zijn de meeste vogels pas gaan broeden rond 21 april. Begin mei zaten de meeste vogels met jongen. Er waren enkele vroege vogels die meteen gingen broeden. Terwijl die half mei uitvlogen waren de meeste andere vogels wat later. Er is dan ook voldoende voedsel zodat het een succes kan worden. De nestkasten zijn flink gevuld met heel veel jonge vogels. Op de route van Holtinge troffen controleurs John Kloppenborg en Simon Bijl een kast aan vol jonge pimpelmezen. Goed tellen: volgens mij zijn het er negentien jonge pimpelmezen. Kortom: mede door het goede weer lijkt het een vogelrijk voorjaar te zijn geworden.