Aan het eind van het jaar maken de vrijwilligers van de werkgroep Nestkastencontrole meestal de kasten leeg en schoon en kijken ze ook naar de broedresultaten van 2023. Dit jaar heeft een goed resultaat laten zien. Het begin was lastig omdat het eind maart en begin april nog te koud en veel te nat was. De eerste broeders hadden het daarom lastig omdat het voedsel nog niet direct voorhanden was. Maar de natuur herstelt snel en in de rest van het voorjaar werd de vertraging goedgemaakt. Uiteindelijk zijn er de volgende resultaten op te maken van het aantal uitgevlogen vogels.
Aantal jongen | 2023 |
Koolmezen | 2272 |
Pimpelmezen | 800 |
Vliegenvangers | 306 |
Boomklevers | 16 |
Overige vogels | 36 |
Totaal | 3430 |
Aantal kasten | 699 |
Opvallend is dat op de bestaande de nesten (en de vogels) het steeds lastiger krijgen wat betreft predatie. Vooral de boommarters zijn in het voorjaar hongerig. In april proberen ze de nesten leeg te roven. Helaas lukt dat wel voor wat betreft de uitgekomen broedsels maar de lekkere eitjes liggen meestal onder in de kast. Dat is voor de ouders heel jammer maar ook een uitdaging. Want als die het overleven pakken ze de draad weer op en beginnen opnieuw met het bouwen van een nest, eieren leggen en broeden maar. Helaas sneuvelen ook de oudere vogels wel eens als zij het nest proberen te verdedigen.
We zien dat bijzondere soorten zoals de matkop- en glanskopmezen steeds minder onze kasten bezoeken. Ze komen minder voor, slecht voor de diversiteit.