Paapje
Deze weinig bekende schoonheid broedde vroeger veel in Drentse beekdalen, thans zijn ze nog mondjesmaat te vinden in natte hoogveen- en heidegebieden. Dit broertje van de roodborsttapuit heeft een krassend liedje met melodieuze eindtune. We zijn altijd weer blij als we ze in het vroege ochtendlicht horen zingen vanuit een heidestruikje op het Holtingerveld. De laatste jaren zat er meestal een enkel paartje, maar dit jaar troffen we er vijf aan. Ze wisten ook jongen groot te brengen, die we hier volgend jaar graag weer verwelkomen.
Grauwe vliegenvanger
Een paar jaar geleden bouwde een zanglijster zijn nest op een nestkast onder een overhangend rieten dak. Dat nest was er nog steeds en dit jaar liet de grauwe vliegenvanger zijn oog er op vallen. In de kom werd een eigen nest gemaakt met vier fraaie eieren er in. Eind juni bedelden vier jongen om voedsel.
Kwartel op Uffelter es
Dit jaar staat (nog) niet te boek als een goed kwarteljaar, want tot dusverre zijn er niet al te veel gehoord. Kwartels, kleiner dan patrijzen, zitten graag in hooilanden, in akkergewassen en soms op heide met bentepollen. Je ziet ze zelden en ze verraden zich door hun roep die klinkt als ‘kwik-me-dit’. De roep wordt het meest in de ochtend- en avondschemering ten gehore gebracht. Op de Uffelter es zijn er meermalen twee gehoord. Probeer ze daar maar waar te nemen tijdens rustig, warm weer. Dat kan tot in augustus.