De gierzwaluw lijkt een matig broedseizoen in Uffelte te hebben gehad. Er zijn 33 invliegplaatsen gevonden, maar het aantal nestkasten met jongen was klein; slechts vijf. De vogels hebben waarschijnlijk geleden onder de droogte (weinig insecten), gevolgd door een wisselvallige periode waarin het moeilijk foerageren was.
Het kan dan ook door de honger zijn gekomen, dat in de Veenbesstraat een te jonge gierzwaluw uit zijn kast sprong. We hebben het magere beestje naar Vogelasiel de Fügelhelling in Ureterp gebracht. Daar beloofden ze het groot te brengen met rundertartaar, kalkoenpaté en insectenpaté (!?).