Naast de bekende ganzentrek in het voor- en najaar, naar en van de broedgebieden, is er ’s winters ook een dagelijkse trek naar gezamenlijke overnachtingsplaatsen. Overdag zoeken de ganzen in grote groepen naar voedsel op graslanden en akkers, zoals geoogste maisakkers. In de avondschemering vliegt zo’n groep ganzen plotseling onder luid geroep op en stevent af op hun vaste slaapplaats. Bij Uffelte gaan de meeste ganzen naar de slaapplaats op de natte heide van het Dwingelderveld en bij Wapserveen naar die in het Drents-Friese Wold. Op de heide komen dan vrijwel tegelijkertijd van alle kanten luid roepende ganzengroepen aanvliegen die neerstrijken in vennen. Daar is het een ‘gebabbel’ van jewelste, zeker als er enkele duizenden ganzen bijeenkomen. In de vroege ochtend gebeurt alles in omgekeerde richting. Eind februari-begin maart trekken de ganzen volgens hun klok weer massaal naar de noordelijke broedgebieden om in oktober-november weer af te zakken naar onze regionen.