Deze specht, het broertje van (gewone) grote bonte specht en de schaarse kleine bonte specht, laat een sterke groei zien in de loofbossen in de aan Duitsland grenzende provincies. Ging het 2000 landelijk om 10 paren, in de afgelopen jaren waren het er al ruim 800. In Drenthe, toch geen bosarme provincie en grenzend aan Duitsland, liet de specht het grotendeels afweten. In de afgelopen jaren werden ze op zo’n tien plekken in Drenthe vastgesteld. Ze zitten er klaarblijkelijk wel, maar in zeer lage aantallen.
In 2017 is door tellers van de Werkgroep Avifauna Drenthe in vele tientallen geschikt geachte bossen in Drenthe gericht gezocht naar de MiBo, zoals hij kortweg wordt genoemd. Dat heeft 17 door een mannetje, vrouwtje of paar bezette bossen opgeleverd. Soms werd ook een spechtengat bezocht, maar een bezet nest met eieren of jongen kon niet worden vastgesteld. In de gemeente Westerveld werden in vier van de 35 onderzochte bossen Mibo’s gezien: twee in het Dwingelderveld en één bij Diever en bij Havelte. Iets verder op zaten ze in Echten en bij De Wijk. De trage bezetting heeft waarschijnlijk te maken met de relatief jonge leeftijd van Drentse loofbossen en de enigszins geïsoleerde ligging. De Mibo’s moeten vanuit de ruim bezette gebieden in Overijsel en Duitsland vaak flinke stukken met weinig bos overbruggen om in geschikte Drentse bossen te geraken. Dit roept gelijkenis op met de Boomklever, ook een standvogel en liefhebber van oude loofbossen, waarvan er in Drenthe in 1980 nog maar tien paren zaten! Thans zitten er 3000-4000 paren in Drenthe! Of het met de Mibo ooit zo’n vaart zal lopen is de vraag, maar forse toename ligt wel in het verschiet.
Arend van Dijk