Zoals de titel al zegt was 2021 totaal anders vergeleken met vorig jaar. Dat begint al met het weer. Voorjaar 2021 kenmerkt zich als zeer wisselvallig. Het ging koud van start, met een warmterecord in maart. April was een extreem koude maand, de koudste april sinds 1986. En dan nog de maand mei; bijna geen dag ging voorbij of er viel wel wat regen. Iedereen loopt te klagen over het koude en natte voorjaar maar dat geldt niet voor de weidevogelbeschermers. Doordat het gras bij deze lage temperaturen traag groeit, wordt er veel later gemaaid dan in andere jaren en hebben de kuikens meer overlevingskansen. Alleen in de Uffelter- en Haveltermade vallen de resultaten sterk tegen.
Op 5 maart werd het eerste kievitsei van 2021 in de provincie Utrecht gevonden. Niet veel later; op 14 maart werden in de Uffeltermade de eerste twee nesten met allebei één kievitsei in een weiland langs de Leisloot gemarkeerd. Door het mooie weer in maart hadden de boeren al veel landwerk gedaan en konden de weidevogels in alle rust met de leg beginnen.
Waar vorig jaar in de Uffeltermade nog tien van de twaalf nesten zijn uitgebroed was het dit jaar totaal anders. Vrijwel alle eerste legsels en dan hebben we het over zestien kievitsnesten zijn door predatie verloren gegaan. Waarschijnlijk de vos, marter en mogelijk de das hebben zich tegoed gedaan aan een heerlijk toetje. Erg jammer. Hoe enthousiast de beschermers soms ook zijn, de predatie doet hen weleens de moed in de schoenen zinken. Vroeger werd er veel meer aan predatiebeheer gedaan, maar de jagers hebben steeds meer met beperkingen te maken. We zien ook meer roofvogels rondvliegen, die het voornamelijk voorzien hebben op jonge pullen. Het is te hopen dat er een verruiming komt in predatiebeheer, voordat alles is uitgestorven. Heel vaak wordt met de vinger naar de intensieve veehouderij gewezen maar predatie is onze grootste zorg.
In Uffelte zijn de meeste kieviten met de tweede of derde legsel begonnen op de bouwlanden die zijn ingezaaid met maïs of waar aardappelen zijn gepoot. Hopelijk hebben ze daar meer succes. In de Haveltermade zijn dit jaar aanzienlijk minder kieviten aanwezig. Dit jaar tien paartjes en vorig jaar nog vijftien. En de nesten die zijn gevonden waren binnen een week leeggeroofd. Vrijwel zeker door een das. In de directe omgeving van ons gebied is een dassenburcht aangetroffen. In een naastgelegen weidevogelgebied is eveneens een dassenburcht gevonden. En die is ook nog medebewoond door een vos met jongen. Kortom weinig kans voor weidevogels.
Met de wulpen gaat het dit jaar ietsje beter. Zoals vorig jaar gemeld is Landschapsbeheer Drenthe gestart met een project om de wulpennesten te beschermen met het plaatsen van stroomrasters rondom het nest. Op die manier kunnen we de vos en das op afstand houden. In het weiland van Hans Wever in de Uffeltermade werd op 10 april een vol nest gevonden en diezelfde dag nog is een raster geplaatst. Op 9 mei zijn de jonge wulpen uit het ei geroepen en direct geringd. Bij een wulpje is een zendertje op de rug geplaatst om het de eerste weken te kunnen volgen. Later hebben we in Uffelte nog twee wulpennesten gerasterd, beide op het land van Jan Timmerman. Helaas is een nest door een marterachtige leeggehaald. Bij het andere legsel verwachten we dat de jongen eind mei uit het ei is gekropen. In Havelte is tot nu toe één raster uitgezet in het grasland van Mts. Meeuwes. We volgen de verdere voortgang in de laatste broedweek dagelijks om de jongen te kunnen ringen.
Namens de weidevogelbeschermers, Herman Leenstra.