Op een mooie, koude voorjaarsochtend in april beginnen 22 deelnemers om 7 uur aan de zangvogelexcursie in het bos van het landgoed Ooster- en Westerzand. Arend J. van Dijk, de vogeldeskundige die ons ook deze keer begeleidt, laat allereerst aan de hand van een kaartje de route zien die we vandaag zullen lopen. Het eerste gedeelte zal gaan door het bos, gevolgd door de heide aan de westkant van de Studentenkampweg en het Meeuwenveen. Uit ervaring weet Arend dat er in het bos meestal veel vogels te horen zijn en minder te zien, terwijl het op de heide juist andersom is. Kortom zowel voor de oren als de ogen zal er deze ochtend wat te beleven zijn.
En inderdaad terwijl in het bos lang niet alle vogels zich laten zien, is hun gezang duidelijk te horen.

Zo noemt Arend vogels op als gekraagde roodstaart, vink, koolmees, pimpelmees, matkopmees, bonte vliegenvanger, goudhaantje, tjiftjaf, fitis en zanglijster. Een ijdele gekraagde roodstaart wil wel in de schijnwerpers en hoog boven in een boom laat hij zich in alle rust begluren en fotograferen.

Vervolgens begeven we ons richting de heide waar de zon behalve voor warmte ook zorgt voor een mooi plaatje van het Meeuwenveen met verschillende vogels en eenden.

Zo zien we soorten als slobeend, wintertaling, krakeend en wilde eend, vaak grondelend met slechts hun achterste boven het water uit. Ook dodaars en een geoorde fuut zijn dobberend of duikend te bewonderen. Boerenzwaluwen en ook een enkele gierzwaluw brengen boven het water leven in de brouwerij. En dan is er nog die zwaluw die zijn naam geen eer aandoet: ‘op een takje midden op het meer zit in alle rust een oeverzwaluw’!

Nog net voor we allemaal weer huiswaarts gaan, krijgen we nog die beloofde bui op ons dak.

Maar ook dat kan de pret van de zeer geslaagde excursie niet meer drukken. Er is natuurlijk weer alle lof voor de vogelkennis van Arend en het landgoed Ooster- en Westerzand is een stukje Nederlandse natuur dat zeer sfeervol en bijzonder is.

Josée Janssen