Broedvogel​inventarisatie

Door meer dan 40 jaar aan inventarisaties weten we vrij goed hoe het gaat met de broedvogels in de omgeving van Uffelte, Havelte en Wapserveen.

Hoe is het gesteld met de broedvogelstand in Uffelte e.o.?

Dat weten we vrij precies door geregelde inventarisaties. De vogelstand wisselt onder invloed van geboorte en sterfte, weersomstandigheden en veel andere factoren. Op de lange termijn gaat het veel bos- en dorpsvogels voor de wind, laten heidevogels een wisselend beeld zien, terwijl het met broedvogels in het agrarisch gebied niet goed gaat.

Coördinator

Arend van Dijk
arend.vandijk@sovon.nl
(0521) 351057

Geïnteresseerden met voldoende vogelkennis kunnen deelnemen aan broedvogelinventarisaties.

Doel

Het doel van broedvogelinventarisaties is het jaarlijks vaststellen van de broedvogelstand in het gebied van de dorpen Uffelte, Havelte en Wapserveen. Uitkomsten dragen bij aan het landelijke onderzoek naar de vogelstand.

In alle telgebieden wordt jaarlijks de stand opgenomen van schaars voorkomende soorten, zoals bosuil, ijsvogel en wielewaal. In twee kleine steekproefgebieden (WZ en OZ) worden tevens de talrijke soorten zoals merel, tjiftjaf en vink geregistreerd.

Werkwijze

Voor broedvogelinventarisatie is goede kennis van vogels en hun geluiden noodzakelijk en moet er bij het krieken van de dag geteld worden. De beloning is een prachtig vogelconcert en goede kans op spannende vogelwaarnemingen. Elk gebied wordt in maart t/m juni minstens acht maal in de vroege ochtend bezocht, dan zingen vogels optimaal. Het gebied wordt gedurende 3 tot 6 uren lopend via wegen en paden bestreken. Waarnemingen die op broeden wijzen, zoals zang, alarmroep, nestbouw en vogels met voer worden op kaart ingetekend. Uitwerking van kaarten gaat via internet en aan het eind wordt het aantal en ligging van territoria (broedplaatsen) berekend. De werkwijze van de BMP-methode is beschreven in Handleiding SOVON broedvogelonderzoek.

Inventarisaties worden uitgevoerd door telgroepjes of solitair. In de werkgroep zijn tien personen actief.

De groene punten geven een aantal van de territoria van de Roodborsttapuit aan. Lijntjes van en naar de rode punten zijn waarnemingen van de verschillende bezoeken waaruit het territorium is vastgesteld.

Resultaten

Uitkomsten van broedvogelinventarisaties worden gerapporteerd in Jaaroverzichten van de Vogelwacht Uffelte e.o. In de Jubileumuitgave van de Vogelwacht, Niet te veel praten, maar doen uit 2013 is de lange termijnontwikkeling sinds 1970 beschreven.

In Uffelte e.o. broeden jaarlijks ongeveer 125 vogelsoorten, dat is veel in vergelijking met het landelijke aantal. Ook uit de Vogelatlas van Nederland (Sovon 2018) blijkt de vogelrijkdom van onze regio. Op lange termijn is ongeveer de helft van de vogelsoorten in aantal toegenomen. Dat zijn vooral bosvogels die ook steeds meer in de ‘groene’ dorpen komen, zoals putter, groene specht en vink. Een kwart van de soorten is afgenomen, waaronder veel vogels van het boerenland, zoals grutto, patrijs en wulp. Van een ander kwart is de stand gelijk gebleven of afwisselend toe- of afgenomen, bijvoorbeeld kwartel en fluiter. Ook landelijk zeldzame vogelsoorten broeden hier, zoals grauwe klauwier, paapje en wilde zwaan. Al met al is dit positiever dan het landelijke beeld.

Resultaten van onze inventarisaties dragen bij aan de landelijk rapportage van Sovon Vogelonderzoek Nederland en het Centraal Bureau voor de Statistiek. Regionale beheerders zoals Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en Het Drentse Landschap maken er ook gebruik van.

In het Holtingerveld neemt de wielewaal toe, terwijl hij landelijk afneemt. Tot 1992 zaten in het Holtingerveld 10 tot 15 territoria, daarna 15 tot 25 en in 2017-2018 zelfs 33. Voor de vergelijking zijn de aantallen van het Holtingerveld omgerekend naar landelijk gebruikte indexcijfers (Sovon/CBS). De wielewaal is vanaf eind april vaak te horen in loofbosjes aan de rand van de heide en in oude loofhoutlanen.

In Uffelte e.o. is de geelgors een algemene broedvogel die toeneemt. Op de heide van het Holtingerveld zit hij vooral waar enige bomen of struiken staan. De stand is hier toegenomen van 40 territoria in 1970, naar bijna 100 in 1990, tot ruim 140 in 2018.

Cursus inventariseren

In 2007 deden twaalf personen mee aan de BMP-cursus, waar de kneepjes van het inventarisatie-vak werden geleerd, zowel theorie als praktijk. Alle cursisten zijn geslaagd en de meesten draaien sindsdien mee in de werkgroep broedvogelinventarisatie of in andere activiteiten van de Vogelwacht.

Laatste nieuws uit de werkgroep